Verslag Leerhuis rondom Kerk en Ambt – Boskapel 24 juni 2008  
Home > Thema's > Kerk zijn > Ambten > Verslag Leerhuis rondom Kerk en Ambt – Boskapel...

5/8/08

Verslag Leerhuis rondom Kerk en Ambt – Boskapel 24 juni 2008

Welkom

Joost Koopmans, pastor van de Boskapel, heet als gastheer de 43 aanwezigen welkom. Hij memoreert dat er op de eerste avond in de Gelderse regio over Kerk en Ambt en hoe verder? (op 1 maart 2008)  behoefte bleek aan toelichting op de brochure Kerk en Ambt. Vandaar dit Leerhuis waarvoor we nu bij elkaar zijn. Ad Willems, een van de schrijvers van de brochure, zal (met steun van Harrie Salemans, medeauteur van Kerk en Ambt) proberen het ontstaan en de inhoud van de brochure te verduidelijken en vervolgens ingaan op nog levende vragen.

De toelichting door Ad Willems

Hij ervaart het als bemoedigend, dat er vanavond zoveel mensen gekomen zijn, dat er überhaupt veel mensen met dit thema bezig blijken. Het is echter ontmoedigend dat het kennelijk nog steeds nodig is om zoveel aandacht te besteden aan de inhoud van Kerk en Ambt.

Er zijn in het Nieuwe Testament weinig aanwijzingen over hoe het ambt er uit zou moeten zien. Alleen Paulus schrijft er over in zijn brieven (vooral 1 Kor. 9 en Ef. 2,20). Maar deze bevatten geen duidelijke, uniforme benamingen voor de voorgangers in de plaatselijke gemeenten noch hoe en door wie ze aangewezen werden. De huidige strikte richtlijnen zijn er niet te vinden .

Bovendien zijn er veel ernstiger kwesties waar de kerk zich mee bezig zou moeten houden: de toenemende secularisatie en hoe het heilige in deze zich steeds verder seculariserende wereld een plek kan krijgen/behouden. Over wat ons ten diepste bezig houdt zou het nu in de kerken moeten gaan; we zouden ons niet moeten verliezen in allerlei regels en voorschriften die tenslotte slechts ‘middel’ zijn om de geloofsgemeenschap te vitaliseren.

De spreker wil twee kanten van Kerk en Ambt belichten: De achtergrond van Kerk en Ambt en De eigen aard van Kerk en Ambt.

De eigen aard van Kerk en Ambt

De brochure is een cri de coeur, een hartenkreet om aan te geven dat het zo niet langer kan in onze plaatselijke kerkgemeenschappen. Een roep om ruimte voor een eigen beleving van wat ons ten diepste ter harte gaat en een roep om mensen/voorgangers die verstaan wat het volk Gods beweegt en die daarin een leidende inspirerende rol kunnen vervullen. Deze hartenkreet (geen leerstellig stuk) is door de bisschoppen met paniek beantwoord: de opstandige Nederlandse dominicanen werden veroordeeld en getracht werd hen het zwijgen op te leggen.

De achtergrond van Kerk en Ambt 

De dominicanen hadden zich met vele anderen tijdens en na het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) en het Nederlands Pastoraal Concilie in Noordwijkerhout (1968-1970) sterk gemaakt voor een vernieuwde kerk- en ambtsopvatting. Die kreeg geen ruimte, integendeel, de benoemingen vanuit Rome blokkeerden nieuwe ontwikkelingen. Bij de dominicanen bleef het een belangrijk streven: een kerk van onderop, met Gods Volk onderweg gaan omdat ze dat verlangen bij veel gelovigen in hun parochies opmerkten.

Op ieder kapittel kwam het vanaf de jaren zeventig ter sprake als belangrijk onderwerp. In 2005 werd tenslotte een commissie benoemd die hiervan studie moest maken en een standpunt moest formuleren inzake Kerk en Ambt (na 25 jaar een concreet besluit). In 2007 verscheen de brochure: na een uitgebreide interne discussie tussen voor- en tegenstanders besloot men de bisschoppen niet tevoren op de hoogte te stellen van de publicatie: immers dan zou zeker een embargo volgen en kon de brochure niet verschijnen.

Toen de bisschoppen de brochure ontvingen (tegelijk met alle priesters en pastoraal werkenden) zagen zij dit als een opstandig dominicaans geschrift dat een onmogelijke voorstelling van zaken geeft. Zij stelden dat de dominicanen wijding van ambtsdragers niet nodig vinden (de bisschoppen lazen kennelijk maar de helft van de zin: zie Kerk en Ambt pag.17) en verweten hen dat er niet de noodzakelijke communicatie geweest is over deze kwestie. Zij veroordeelden de brochure scherp en verzochten dringend aan de generale overste in Rome om in te grijpen. Dit is gebeurd; de Nederlandse dominicanen werden ter verantwoording geroepen en kregen de keus: ofwel intrekken van de tekst dan wel een ‘tegenschrift’ op gezag van de generaal accepteren en verspreiden. Dit laatste is tenslotte gebeurd: de provinciale overste, de schrijvers en het bestuur beseften dat zij geen andere keus hadden. Het ‘tegenschrift’ van Hervé Legrand O.P. heeft tenslotte door zijn theologische argumentatie alleen maar meer verwarring geschapen. En verzet: wereldwijd mobiliseren mensen zich om aandacht voor hun kerkelijke nood en om het goed recht van eigentijdse beleving van hun geloof.

In Deventer, waar in november 2007 Mgr. De Korte in gesprek ging met twee van de auteurs van Kerk en Ambt kwam het niet tot een discussie: Mgr. De Korte had één positieve opmerking over Kerk en Ambt (hij deelde de zorg van de dominicanen) en negen afwijzende punten: wat in de brochure stond kon helemaal niet. De auteurs kwamen nauwelijks nog aan bod; de aanwezigen waren te vol van vragen, verzet, onmacht en verdriet gericht op Mgr. De Korte zonder dat er enige ruimte kwam. De laatste gaf, zij het alleen impliciet, toe dat bij vooroverleg de brochure niet had kunnen verschijnen omdat de bisschoppen dit zouden hebben verboden.

De bisschoppenconferentie, die na een eerste scherpe veroordeling maandenlang zweeg, heeft nu een antwoord geformuleerd dat weliswaar minder verketterend is naar de schrijvers en de dominicanen maar dat toch duidelijk verklaart dat de inhoud van Kerk en Ambt tegen het geloof van de RK Kerk is en dat de voorstellen zoals in Kerk en Ambt geformuleerd nu/nooit kunnen worden gerealiseerd.  

Het kerkbegrip 

Kerk en Ambt probeert het kerkbegrip van het Tweede Vaticaans Concilie terug te veroveren, nadat de Romeinse Curie en de bisschoppen probeerden het te verdonkeremanen.

De voor het Concilie ontworpen teksten over de kerk trokken de lijn van Trente en het Eerste Vaticaans Concilie door: hoofdaandacht ging uit naar de hiërarchische organisatie van de kerk. Na uitvoerig beraad werd dit ontwerp door de meerderheid van de missiebisschoppen van de hand gewezen. Samen met een aantal goede theologen ontwierpen zij een ander tekst. Begon het eerste ontwerp met de hiërarchie van waaruit de RK Kerk werd opgebouwd, in het nieuwe voorstel was er een nieuwe indeling: 1e hoofdstuk: De Kerk als mysterie, 2e hoofdstuk: De Kerk als volk Gods en 3e hoofdstuk: De kerk als hiërarchie. Dit nieuwe ontwerp werd met grote meerderheid van stemmen aangenomen en later in de officiële constituties over de kerk opgenomen. Het nieuwe inzicht dat het het volk Gods is waar het om gaat in de kerk en dat de hiërarchie als middel gezien moet worden, was een Copernicaanse omwenteling in de kerk en de theologie. Dat Volk Gods Onderweg heeft verschillende leden die elk met hun eigen gaven samen het Lichaam van de kerk vormen, iedereen is daarbij op eigen manier nodig. “De verschillende organen vormen samen het lichaam van Christus”, aldus Paulus.

Na afloop van het concilie werd deze visie op de kerk weer zoveel mogelijk teruggedrongen. De huidige paus Benedictus, destijds hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer (Jozef Ratzinger) heeft hierin grote invloed gehad. Hij beriep zich hierbij op het 1e Vaticaans Concilie en op het Concilie van Trente.

Enkele citaten

In de jaren voorafgaand aan Kerk en Ambt zijn er al talrijke geluiden en bijeenkomsten geweest die dezelfde geest ademden als de huidige brochure.

Zo schreef de Vlaamse theoloog Kerkhofs al in 1976 over de schrijnende tragiek van jongere en oudere gelovigen bij de onbuigzame starheid van de kerkelijke wetgeving.

In 1979 verscheen Ambtenaar?  Pastor? Profeet? (Tijdschrift voor Theologie 1979,3), verslag van een levendig congres in Nijmegen. Daarin beëindigde Jos Vollebergh zijn gloedvol betoog aldus: “Ook Rome moet nog bevrijd worden, ten dele uit ons aller verwachtingen, want een roep om bevrijding door en vanuit Rome ziet voorbij aan het feit dat én Rome én wijzelf altijd onze eigen ketenen smeden. Vrijheid moet niet alleen gegeven maar ook genomen worden. Wie zich niet vrij genoeg voelt om ruimte te eisen en te nemen, is de vrijheid uiteindelijk niet waard.”  

En nu? 

We moeten ervoor vechten dat we het recht en de mogelijkheden houden om samen als geloofsgemeenschap op te trekken, samen te vieren. Met elkaar uit wisselen, elkaar inspireren in wat ons bezielt, wat ons beweegt en gaande houdt. Elkaar bemoedigen, ongeacht de leeftijd, op de plaats waar wij staan, ieder met onze eigen (charismatische) gaven om samen de plaatselijke kerk voort te zetten/gaande te houden.

Vragen

1.  Kwestie: in de jongste brief van de bisschoppen over de eucharistie wordt niet het maaltijdkarakter beklemtoond maar krijgt het offerkarakter alle accent: is dat vanwege het veilig stellen van de hiërarchie? (zie pag.27-28)

Antwoord: Het lijkt er wel op. Het maaltijdkarakter van de eucharistie wordt verzwegen omdat daarin aan de centrale plaats van de klassieke priester afbreuk wordt gedaan. In de vroegchristelijke kerk is er nog geen sprake van de ‘priester’ als gewijde ambtsdrager in de kerkgemeenschap. In de brieven van Paulus is er sprake van de oudste – de  episcopé – de leider. In de loop van de tijd ontwikkelen zich gewoonten en ambten die weer later in de tijd in zg. canonieke geschriften werden vastgelegd. In deze canonieke geschriften is voor het eerst sprake van een offer om aan te geven dat de maaltijden die in de gemeenten worden gehouden, niet zomaar maaltijden zijn: het zijn gedachtenismaaltijden die uit willen drukken wat Jezus aan de apostelen opdroeg: “Doet dit tot gedachtenis aan mij”. “Tot gedachtenis aan Hem” vierden ze maaltijd en ontstonden gemeenschappen. “Wat ik jullie gedaan heb, moeten jullie ook aan elkaar doen”. Jezus gaf zijn leven voor waar hij voor stond: het opkomen voor de armen en de verstotenen, tegen de gevestigde orde in. Hij wist dat hem dat zijn kop zou kunnen kosten maar was bereid die consequenties te nemen. Het werd zijn dood. Jezus hield zijn volgelingen voor elkaars dienaar te worden en maaltijd te vieren tot gedachtenis aan hem (en waar hij voor stond). Die gedachtenismaaltijd herinnert aan Jezus’ inzet tot de dood. Dat is waar het ook heden ten dage nog om gaat bij de eucharistie, maaltijd ter gedachtenis aan Jezus inzet ten dode toe.

In de brief van de bisschoppen waarin het maaltijdkarakter ter zijde geschoven wordt, kan men dit begrijpen als een zorg om de aparte positie van de hiërarchie veilig te stellen.

2.  Kwestie: in Kerk en Ambt kan men een zeker dualisme ervaren: van de ene kant wordt een wijding door de bisschop verlangd, van de andere kant zeggen de schrijvers ook zonder die wijding te kunnen. In het licht van de zojuist verschenen brief van de bisschoppen over de eucharistie als offer en de priester als noodzakelijke bedienaar is des te klemmender de vraag: waarom en waartoe zouden ‘mensen uit het volk gekozen’ nog de zegen van de bisschop vragen?

Antwoord: in de brief van de bisschoppen is sprake van de klassieke ambtsopvatting. Maar deze opvatting grijpt (zoals al eerder gezegd) niet terug op de vroegchristelijke traditie. De eerste christenen hadden in hun gemeenschappen een bedienaar/minister/voorganger.  De voorganger’ gaat niet alleen voor in de maaltijd maar hij heeft meer taken: hij is ook degene die de leiding heeft, afspraken maakt. Deze voorganger in de gemeente heeft dus een brede taak, dat kan niet iedereen zomaar doen (hoewel in principe dit ambt voor eenieder open staat). Zo iemand wordt met zorg gekozen op grond van zijn kwaliteiten, zoals al eerder gezegd: “eenieder met eigen gaven vormen zij allen tezamen één lichaam”. Belangrijk daarbij is aan te sluiten bij de apostolische successie: door handoplegging en zegening wordt de voorganger geplaatst in de opvolging van de apostelen: het is als het ware een inordening in de rij vanaf het allereerste begin van het christendom. Deze handoplegging/zegening is een werkzaam teken en dus sacrament. 

3.  Kwestie: het Tweede Vaticaans Concilie ligt al weer 45 jaar achter ons. Ondertussen heeft meer dan 90 % van de gelovigen de kerk verlaten. Krampachtig houdt men de oude structuur vast. Maar wij zijn toch niet afhankelijk van dit instituut?

Antwoord: het stichtingswoord van de kerk is niet: “Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal ik de kerk bouwen” maar Handelingen 4,20: “wij kunnen niet zwijgen over wat we gehoord en gezien hebben…”  Maar we kunnen de gemeenschap en de structuur niet helemaal uit elkaar trekken, een zekere structuur blijft nodig. Van de ander kant: de voorganger moet niet alleen functionaris zijn maar ook getuigenis afleggen: voorganger is een werkwoord.

Vóór het Tweede Vaticaans Concilie  diende de priester de sacramenten toe,  na het concilie viert de gemeenschap samen het sacrament. “Dit is mijn lichaam…”: dat is ook mijn lichaam…. Als men roept dat er meer jongeren bij moeten komen, dient men zich te realiseren dat hetgeen waar wij het nu over hebben voor veel jongeren abakadabra is: dit heeft niets met hun wereld te maken.  Mogelijk raken jongeren weer geïnteresseerd als we de idealen van Kerk en Ambt kunnen realiseren, als we kunnen laten zien dat wij samen de kerk zijn. 

4.  Kwestie: angst voor een schisma?

Antwoord: de historie leert ons dat we daar niet zo bang voor hoeven te zijn. Ook van schisma’s kunnen we leren temeer omdat wij zelf ons niet van de gemeenschap afzonderen. De H. Geest waait waar hij wil en werkt ook nu nog door.

5.  Kwestie: wat leveren de Wereldjongerendagen op?

Antwoord: Fascinatie voor de kerk als piramide met veel uiterlijk vertoon: dat vinden jongeren soms interessant. Maar of dat een blijvende band met de kerk oplevert?

6.  Kwestie: wat doet het jullie dat je als kwajongens wordt weggezet door de bisschoppen?

Antwoord: ik was wel gepikeerd maar had eerlijk gezegd niet anders verwacht van de bisschoppen. De generale overste: dat is wel pijnlijk maar deze man staat voor de hele orde, wereldwijd, en dan kun je het wel begrijpen. Het Nederlandse dominicaans bestuur denkt als de schrijvers en staat achter de brochure. Het vertrouwen in de Nederlandse provincie is op geen enkele manier geschaad; het vertrouwen in de wereldwijde orde heeft een licht deukje opgelopen.

Opmerking: vrijheid ben je niet waard, als je hem zelf niet neemt. Wij nemen die vrijheid: zo kunnen we onze vitaliteit behouden.

Enkele mededelingen tot slot

  • De website rk-kerkplein.org is een zeer behartenswaardige voor hen die begaan zijn met de ontwikkelingen in de Nederlandse kerkgemeenschappen.
  • Op 13 juni 2008 was er een bijeenkomst rondom Kerk en Ambt in Amsterdam: de daar gehouden lezingen van Mirjam Wolthuis en Gerard Zuidberg zijn beschikbaar.
  • Op 6 september 2008 komen we als Gelderse regio weer bij elkaar rond Kerk en Ambt in de Boskapel. Dan kunnen we onze ervaringen weer uitwisselen. Een uitnodiging evenals verslag van het leerhuis krijgt U toegestuurd.

Ans Metz , Nijmegen, 2 juli 2008


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Ambten" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol