Parabel van de zaaier: zaad valt zoals het valt  
Home > Thema's > Kerk zijn > Bijbel > Parabel van de zaaier: zaad valt zoals het valt
Dr. Wim Hendriks
19/6/08

Parabel van de zaaier: zaad valt zoals het valt


Vijftiende zondag door het jaar, 12-13 juli 2008, schriftlezingen:
Js 55,10-11 en Rom 8,18-23 en Mt 13,1-23 of 13,1-9

Midden tweede eeuw, toen de evangelies nog niet hun definitieve vorm gekregen hadden, haalt Justinus het volgende woord van Jezus aan: "ging uit de zaaier om zijn zaad te zaaien: een deel viel in het voetspoor, een deel in de distels, een deel op het rotsachtige, een deel op de goede grond." Je ziet het voor je: een akker op de heuvels van Galilea, in het midden een platgetreden pad, aan de ene kant hardnekkige doornstruiken, aan de andere kant nauwelijks vruchtbare grond op de rotsachtige bodem, en toch ook goede roodachtige aarde. Een boer in Galilea zaait eerst, en ploegt daarna waar de grond om te woelen is. Ach ja, zaad valt zoals het valt. En als het zaad het tienvoudige opbrengt, mag de zaaier blij zijn. Deze parabel, een korte spreuk eigenlijk, hoe raadselachtig ook, laat iets van een levens­houding zien: kome wat komt, of zoals Titus Brandsma placht te zeggen: "prenez les jours comme ils arrivent." Neem de dagen zoals ze komen.

Ooit vertelde ik deze parabel, met een knipoog naar het evangelie van Thomas, als volgt: "De zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien: en kijk, bij het zaaien van hem viel een deel op de weg en de vogels kwamen het oppikken, een ander deel viel op de rotsgrond en doordat het geen wortel had verdroogde het, nog een ander deel viel in de distels en de distels verstikten het, weer een ander deel viel op de goede grond en leverde honderdvoudige vrucht op."

Van de drie canonieke evangelies die deze parabel bieden, sluit Matteüs 13 het dichtst bij de twee hiervoor gegeven versies aan. Zaad valt waar het valt, en er gebeurt wat er gebeurt. Maar het gaat niet alleen om zaaien, ook om oogsten. Veel parabels werken immers met een tegenstelling. Hoe schamel het zaaien, hoe rijk de oogst: zaad viel op de mooie goede aarde en leverde vrucht op, ja, wel honderdvoudig (wat zou die Galilese boer blij geweest zijn). Oogst in de parabels van Jezus staat voor het aanbreken van de heerschappij van God, van die situatie waar God de enige heerser is, met andere woorden, waar geen mens over een andere mens heerst, waar mensen zich vrij kunnen uiten en zich vrij kunnen bewegen. Dat geldt in de maatschappij, dat geldt ook in de kerk als gelovige gemeenschap. Je vrij kunnen uiten, je vrij kunnen bewegen.

De raadselachtigheid van de parabel vraagt om uitleg. Anders dan bij Justinus of in het Thomas­evangelie (en enkele andere oude teksten), bieden de erkende evangelies inder­daad een uitleg. En wat voor een! Om te beginnen sluit de uitleg (niet alleen in Mt, ook in Mc en Lc) nauw aan bij die toe­voegingen in Thomas zoals hierboven weergegeven: de vogels kwamen het oppikken, door­dat het geen wortel had verdroogde het, en de distels verstikten het, en het leverde honderd­voudige vrucht op.

Verder is het taalgebruik in de uitleg opmerkelijk. Taal die we elders van Jezus niet gewend zijn. Met name de zonder nadere bepaling gebruikte zegswijze het woord: dat is een door de vroege kerk gevormde en vaak gebruikte technische term voor (de verkondiging van) het evangelie. De verkondiger van de blijde boodschap verspreidt het woord, het woord wordt met vreugde opgenomen, het woord wekt aanstoot, het woord groeit en brengt vrucht voort. Zaaien staat voor verkondigen (zie 1 Kor 9,11), en wortel voor standvastigheid (zie Kol 2,7). Door de uitleg wordt de parabel tot een vermaning aan bekeerlingen: zij zullen bij zichzelf na moeten gaan of het hun met de bekering ernst is.

In de passage tussen parabel en uitleg (10-17) komen de leerlingen er naar het schijnt goed vanaf: "Jullie is het gegeven de geheimen van het koninkrijk der hemelen te verstaan." En iets verder: "Gelukkig zijn jullie, omdat jullie ogen zien en omdat jullie oren horen." De andere toehoorders naar het schijnt slecht: ze zijn ziende blind en horende doof. Daarom wordt op hen de passage uit Jesaja 6 toegepast. Maar schijn bedriegt.

Ik denk dat je voorzichtig moet zijn met deze tegenstellling tussen binnen- en buitenkring. De vraag is namelijk – en dat geldt iedereen – of je bereid bent te horen. Dat drukt de aan­maning waarmee de parabel (en niet alleen deze) eindigt ook uit: "wie oren heeft, laat hij horen." Je kunt eraan toevoegen: wie ogen heeft, laat hij kijken. En als er staat "het hart van dat volk is verhard", dan is dat een oproep om je hart soepel te maken, om je innerlijk open te stellen.

De paar verzen uit Jesaja 55 zijn met het oog op de parabel van de zaaier gekozen. "Zoals regen en sneeuw … de aarde doordrenken … en gewassen doen groeien, zaad geven aan de zaaier en brood aan ieder die wil eten, zo is het ook met het woord uit mijn mond: … het volbrengt wat ik wil, het voert uit wat ik het opdraag." Zie ook het eschatologisch perspectief in vers 13: "Doornstruiken maken plaats voor cipressen, distels voor mirte­struiken."

Zoals gewoonlijk wil ik eindigen met een psalmfragment uit de Nieuwe Bijbelvertaling, maar eerst een citaat uit Trouw van vandaag (10-06-08) van Jean-Jacques Suurmond.

"De Bijbel is een rumoerig gesprek (een 'jodenkerk') tussen patriarchen, apostelen, dichters, profeten, hier en daar een hoer en zelfs een pratende ezel. Juist doordat hun meningen vaak botsen, kan dat kieren openen in onze beperkte denk­beelden over God en de wereld zodat er god­delijk licht binnen valt. Dat heet openbaring. Ook de gelijkenissen van Jezus willen ons door een onverwachte draai van onze oogkleppen verlossen. En de fanatieke Saulus werd op reis naar Damascus zo verblind door een breuk in zijn (voor hem) logische kijk op de dingen, dat hij van zijn paard viel."

Psalm 1,1-3 (NBV)

Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
die de weg van zondaars niet betreedt,
bij spotters niet aan tafel zit,
maar vreugde vindt in de wet van de Heer
en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.

Hij zal zijn als een boom,
geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei.

Wim Hendriks

Reacties

Voorzichtig met tegensteling BINNEN- en BUITEN-kring? Maar toch: "Jullie is het gegeven het mysterie van het Koninkrijk Gods te KENNEN". De sleutel ligt in de opbrengst van het zaad. Elders staat: "Aan de vrucht KENT men de boom" (Mattheus 12,33). Honderdvoud, Hebreeuws 'meah sh'arim', te vinden in Genesis 26,12. Getal van 'meah sh'arim' is 666. Getal dat verborgen zit in Genesis 1,31. (Getal van 'jom shishi' waar er staat 'jom hashishi' - waarmee de naam van God verborgen blijkt in de beginletters van 'jom hasjisji wajchulu hashamajim' op de ingang van de Sabbat.) "Zet je lamp niet onder de korenmaat". 1 'chomer' = 100 'omer'. 'chomer' = ezelsvracht. Vracht van de ezel van de Messias, in Jeruzalem gevonden door twee leerlingen, vastgebonden BUITEN bij de deur op kruispunt van twee wegen.
Geert van den Bos - Enschede



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Bijbel" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol