Hoe katholiek ben jij ?  
Home > Thema's > Kerk zijn > Inculturatie > Hoe katholiek ben jij ?
Wim Al
7/6/09

Hoe katholiek ben jij ?

“Hoe calvinistisch ben jij?”, zo luidt een quizvraag bij de 500e geboortedag van de hervormer Johannes Calvijn. “Hoe katholiek ben jij?” zou een boeiende vraag zijn aan ons katholieken. Mijn eerste antwoord zou een vraag zijn: “Wat bedoel je met ‘katholiek’?”. Het is een Grieks woord: katholikos = algemeen. Het komt ook voor in de uitdrukking: kat’holen gen – over heel de aarde, wereldwijd. Al in de oudste geloofsbelijdenissen (credo’s) uit de jaren 300 - 400 klinkt: “Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk”. Het duidt dus niet op de huidige rooms-katholieke kerk, onderscheiden van andere kerken, want die waren er toen nog niet. Het onderstreept de algemene, wereldwijde band tussen christenen, hoe verschillend zij hun geloven, ook toen al, beleefden. En in die zin voel ik me ‘katholiek’, algemeen, wereldwijd op elkaar betrokken, met eerbied en ruimte voor alle verschillen en nuances van geloofsbeleving, die tussen christenen uit zoveel culturen en kerken bestaan. Over al die verschillen heen is het de ene Geest die ons maakt tot één wereldwijde geloofsfamilie, door de Geest geheiligd en geworteld in het veelkleurige geloofsgetuigenis van de apostelen.

Ik heb me nooit katholieker gevoeld dan in de 60er jaren, de jaren van het Tweede Vaticaans Concilie. Uit de hele wereld kwamen bisschoppen in Rome samen om hun zorgen en vragen over hun eigen bisdommen en over de kerk wereldwijd met elkaar te delen en samen te zien hoe ze elkaar daarin konden bemoedigen en ondersteunen in wereldwijd verband. Rome was daar vooral ontmoetingspunt, waar men hoorde van elkaars lief en leed, van elkaars lijden onder geweld en armoede, en van de inspiratie die mensen daarbij op de been hield. In collegialiteit met elkaar zocht men wegen hoe de kerk ook wereldwijd daarbij een steun en inspiratie zou kunnen zijn, vanuit een eeuwenoude traditie, en tegelijk met ruimte en eerbied voor de verschillende manieren van geloofsbeleving in zoveel verschillende culturele en politieke omstandigheden.

In die jaren werd ik priester. Toen was ik trots op onze wereldkerk. Daar werd voor mij het spoor uitgezet naar mijn toekomst als rooms-katholiek pastor. Met opzet zeg ik: rooms-katholiek pastor. Ik was toen ook blij met het Rome van paus Johannes XXIII als wereldwijd ontmoetingspunt van bisschoppen uit zo heel verschillende landen en culturen. En wat hoopten wij dat, na jaren van steeds meer Romeins centralisme onder de Pius-pausen, er nu meer ruimte en eerbied zou komen voor de nuances en verschillen in geloofs- en kerkbeleving, zoals die in diverse landen en culturen onder katholieken waren gegroeid.

Des te pijnlijker werd de omslag, al tijdens het concilie, toen paus Johannes, die het concilie was begonnen, in 1963 stierf en werd opgevolgd door paus Paulus VI. De hoop en het vertrouwen van Johannes in mensen en hun geloven maakten plaats voor de angst van Paulus dat Rome zijn centrale gezagspositie zou verliezen nu de bisschoppen steeds meer collegiaal gingen optreden. Tekens van hoop en vernieuwing in de kerk werden stelselmatig teruggedraaid, versterkt door het wereldwijd benoemen van conservatieve bisschoppen, die de vrijgekomen geest van het concilie weer in de fles terug moesten brengen. Hoopvolle geloofsthema’s van het concilie, zoals verantwoorde anticonceptie, groeiende oecumene tussen christenen, sociale en politieke verantwoordelijkheid in omstandigheden van uitbuiting en armoede, werden door pauselijke encyclieken en uitspraken consequent ontkracht of veroordeeld. De hoopvolle lente van het concilie maakte plaats voor een trieste herfst en een koude winter.

Van toen af begon ik, met heel veel katholieken sindsdien, afstand te nemen van het ‘rooms’ van mijn rooms-katholiek zijn. Het Rome van paus Paulus VI en zijn opvolgers sloot de pas geopende vensters en deuren van het concilie weer af om terug te vallen op het autoritaire centralisme van de periode ervoor. En dat in een cultuur waarin mensen juist steeds bewuster, mondiger en kritischer werden, ook in hun geloofsbeleving. Zo ben ik weer terug bij de oorspronkelijke betekenis van ‘katholiek’ als algemene verbondenheid van christenen, in de eigen geloofsgemeenschap en wereldwijd, met ruimte en eerbied voor elkaars verschillen van geloof- en kerkbeleving. In die geest heb ik altijd als pastor gewerkt, zowel in de parochies als in het cursus- en vormingswerk, waar het mij er altijd om ging mensen dichter te brengen bij hun eigen religieuze wortels als vertrekpunt voor hun eigen geloofsbeleving en voor hun inzet in de geloofsgemeenschap.

Des te meer pijn doet het me als ik zie hoe een nieuwe generatie priesters weer wordt opgeleid in de geloof- en kerkbeleving van vóór het concilie, compleet met het zwarte pak en de priesterboord. En wat erger is: met het besef dat zij alleen het ware geloof verkondigen en mensen de maat kunnen nemen over hun rechtgelovigheid en over de vraag of zij wel of niet de sacramenten mogen ontvangen, waarover zij het exclusieve beheer menen te hebben. De Romeinse angst van na het concilie, in de benoeming van bisschoppen nadien wereldwijd verspreid, heeft geleid tot dit soort orthodoxe ambtsopleidingen in dienst van een Romeins kerkinstituut, dat – met de woorden van de theoloog Hans Küng – meer sektarisch dan katholiek mag heten.

Bij collega-pastores en besturen van parochies beluister ik de grote zorg dat bij pastorale vacatures in parochies en regio’s vooral dit type pastores beschikbaar is. Deze pastores hebben weinig boodschap aan de eigen geloofsgroei van gelovigen en parochies en zullen alles afwijzen wat niet overeenkomt met hun persoonlijke orthodoxe opvattingen over geloof en kerk. Ook proef ik grote achterdocht bij de plannen van het bisdom om parochies in nieuw te vormen regio’s te laten samenwerken waarin dit type pastores de overhand kan gaan krijgen. Zolang geen ander type pastores beschikbaar is, heb ik maar één advies: blijf trouw aan je eigen gegroeide geloofsbeleving en pastorale geweten, persoonlijk en als parochiegemeenschap. Dat mag je je nooit laten afnemen, door geen pastor, bisdom of wie dan ook, want het hoort bij jouw katholieke identiteit als persoon en als geloofsgemeenschap. Je bent daar in de afgelopen jaren, soms met veel twijfel en moeite, naar toe gegroeid, tot je eigen vreugde en bevrijding. Mocht een kandidaat-pastor blijk geven daarin niet mee te kunnen of te willen, dan kun je beter zonder zo’n pastor verder, op eigen kracht en inspiratie als gemeenschap, dan dat je je diepste religieuze kern zou moeten verloochenen en je parochiegemeenschap uiteen laten jagen in groepen die elkaar verketteren.

“Hoe katholiek ben jij?” was de startvraag van deze overweging, aan mij persoonlijk, aan ieder van ons, en aan onze parochiegemeenschappen van dit moment. Het antwoord daarop heeft te maken met ieders groei als persoon en als geloofsgemeenschap in de ingrijpende ontwikkelingen van onze katholieke geloofsgeschiedenis sinds het Tweede Vaticaans Concilie. Dat is voor ieder een eigen verhaal, een eigen proces van groei, terugval, boosheid, twijfel, nieuwe inspiratie, ontdekken van nieuwe wegen, persoonlijk en als geloofsgemeenschap. Ik hoop dat we die verschillende verhalen van elkaar blijven delen en respecteren, zonder één verhaal tot het enig ware te maken. Tenzij het verhaal van hem die zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”.

Wim Al

Auteur is emeritus en was vijftien jaar pastor van de parochie Schalkwijk in Haarlem waar hij nog regelmatig assisteert. Bovenstaande tekst schreef hij als column voor het parochieblad.

Reacties

Wat een prachtig verhaal. Ook hier in Rotterdam is de clustervorming heftig aan de gang, en dreigt het verliezen van de eigen identiteit. Die eigen identiteit die de drijfkracht is van de huidige parochiegemeenschap. Al het werk, en de samenwerking die binnen de parochie in al die jaren is opgebouwd, driegt nu in één klap verloren te gaan. En dan is men verbaast als de mensen zich niet betrokken voelen bij hun parochie, als daar een jonge priester staat, die wel even verteld dat ze het al die jaren fout hebben gedaan. Heel triest. We kunnen er alleen maar voor bidden dat we samen sterk genoeg zijn om ons geloof te behouden.
Freek de Korte - Rotterdam


Hoi Wim, Als ik je zo lees, dan zie ik je weer helemaal voor mij: als geestelijk begeleider van een jongeman die priester wil worden. Je pastorale bewogenheid is nog steeds zo levend als 30 jaar terug. De Heer heeft je een jong hart gegeven; je bent een gezegend mens! Ook ik ben soms wat angstig voor de jonge generatie priesters. Maar laten wij eerlijk zijn; ook zij zijn mensen van hun tijd (net als jij dat was) en ik geloof dat de Geest ook goeie dingen met hen kan doen. Maar ik geloof ook in mijn oudere priester-collegas; jullie hebben de tijd doorstaan en trouw getoond aan Jezus Christus. Ik vind het jammer dat de jonge priesters dit niet meer zien. Tenslotte, wie kan het in overtuiging oneens zijn met Wim, als hij ons oproept om ons geweten (gevormd door Christus) te volgen. Deed de heilige Thomas More niet hetzelfde: "L'homme doit obéirà sa conscience, même si elle se trompe." Het ga je goed Wim, dat de Heer met je mag gaan...
Wilco de Weijer - Pfastatt, France


Dank voor de prachtige column van Wim Al, die helemaal aansluit bij mijn geloof en mijn ervaring. Positief is dat dit artikel in zijn parochieblad geplaatst kan worden; in de mijne zou het door censuur worden getroffen. Vanwege de (onterechte) associatie van 'katholiek' met Rome noem ik me alleen maar 'christen' en ik blijf hopen dat de door Joannes XXIII ingezette verandering uiteindelijk toch baanbreekt!
Loek Mostertman - Hintham


Als deze uitingen van katholiek leven niet samen gebundeld worden met al die andere soortgelijke evaringen sinds het vaticaans concilie, dan ben ik erg bang dat zij op den duur door het georganiseerde tegenwicht weg gedrukt zullen worden uit het bewustzijn van de komende generaties. Er blijft dan over een kerk zoals deze was voor het vaticaans concilie. Waarschijnlijk zal dat een kleine kerk zijn, formalistisch en autoritair, en iets geheel anders dan Jezus bedoelde. Het wachten zal dan worden op een nieuwe poging om de kerk 'opnieuw bij de tijd te brengen'. Jammer van de verloren tijd en vooral van de verloren godsdiensige vreugde van zoveel mensen van goede wil. Maar uiteindelijk zal Gods liefde winnen.
j.v.d.Heijden - bilthoven



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Inculturatie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol