Er zijn ook andere cijfers over terrorisme  
Home > Thema's > Internationaal > Mensenrechten > Er zijn ook andere cijfers over terrorisme
Mr. Theo van Boven (gastcommentator)
13/7/06

 

Er zijn ook andere cijfers over terrorisme

Als zelfs de definitie van het begrip ’terrorisme’ niet vaststaat, zeggen naakte cijfers over ’religieus geïnspireerd terrorisme’ ook niet alles

 

Heeft het Iraakse terrorisme uitsluitend met de islam te maken?

 

De voorpagina van Letter & Geest van 3 juni vertoont een aantal cijfers met de strekking dat religieus geïnspireerd terrorisme vooral zijn wortels heeft in de islam. Van de in 2004 en 2005 religieus geïnspireerde aanslagen zijn er volgens de gehanteerde cijfers 1511 uitgevoerd door moslims, 48 door christenen en 4 door joden. Hindoes, boeddhisten, en aanhangers van andere religies blijven buiten beeld. Meer dan 95 procent van religieus geïnspireerde aanslagen komt voor rekening van moslims. De boodschap lijkt duidelijk en speelt in op groeiende anti-moslim sentimenten.

 

Genoemd cijfermateriaal is ontleend aan de in hetzelfde nummer opgenomen kritische beschouwing van Marnix Croes en Frans Leeuw over het recente WRR-rapport inzake dynamiek in islamitisch activisme. Croes en Leeuw verwijten de WRR onwetenschappelijk te werk te zijn gegaan en elementaire feiten buiten beschouwing te laten, zoals het verband tussen islam en terrorisme. Ter adstructie voeren de schrijvers onder andere de database van het Amerikaanse National Counter Terrorism Center (NCTC) ten tonele.

 

Ik zal niet ontkennen dat cijfers belangrijk kunnen zijn voor bewijsvoering en illustratie, maar veel hangt af van de toegepaste methodologie en in dit verband ook van de hantering van de term ’terrorisme’. Nog steeds bestaat geen internationale overeenstemming over een juridische definitie van het begrip ’terrorisme’. In Washington wordt daaromtrent wel een heel ruim vangnet gehanteerd in het kader van door president Bush uitgeroepen war on terror. Croes en Leeuw vermelden, zich beroepend op de NCTC-database, dat in 2004 en 2005 wereldwijd 14.278 terroristische aanslagen op burgers en militairen buiten gevechtssituaties plaatsvonden en komen dan verder met een hele reeks cijfers uit dezelfde bron.

 

Onlangs kwam mij een ander statistisch beeld onder ogen, gemaakt door de Belgische anti-terrorismeonderzoekers professor Rik Coolsaet en Teun Van de Voorde van de Universiteit Gent. Zij maakten gebruik van de databases van de Rand Corporation en van de National Memorial Institute for Preventing Terrorism. In een in februari 2006 gepubliceerd onderzoekspaper over de evolutie van terrorisme in 2005 maakten zij melding van in totaal 7123 terroristische aanslagen gepleegd in 2004 en 2005, uitgesplitst over de twee jaren, over binnenlandse en internationale aanslagen en over de verschillende regio’s. Dit aantal is ongeveer de helft van het getal dat Croes en Leeuw hanteerden op basis van NCTC-gegevens.

 

Ik ga hier niet in op de vraag welke cijfers het meest plausibel zijn. Wel verdient vermelding dat, gelet op de grote concentratie van dergelijke terreuraanslagen in het Midden-Oosten, Coolsaet en Van de Voorde concluderen dat onder moslims verreweg de meeste slachtoffers vallen als gevolg van daden gepleegd in de naam van islam.

 

Maar in het bijzonder verdient ook hun conclusie vermelding dat de oorlog in Irak en de nasleep daarvan het terrorisme drastisch heeft aangejaagd. In cijfers uitgedrukt waren in Irak in 2004: 2120 dodelijke slachtoffers van binnenlands terrorisme, en in 2005: 5679 dodelijke slachtoffers. Deze aantallen zullen, zoals het er nu uitziet, in 2006 nog dramatisch hoger zijn.

 

Ik kom terug op de door Croes en Leeuw gehanteerde cijfers. Hier spelen toch wel enige vragen. Waarom gebruikten zij uitsluitend de NCTC database, zonder vermelding van andere relevante bronnen van cijfermateriaal? Voorts, hebben zij zich ervan vergewist dat, welke cijfers men ook gebruikt, verreweg het grootste aantal terreuraanslagen, waaronder vele van religieuze aard, zich afspeelt in Irak sedert de Amerikaans-Britse inval in dat land? Terreuraanslagen mogen nooit worden goedgepraat of gerechtvaardigd, maar zij kunnen wel worden verklaard. Hadden Croes en Leeuw bij de hantering van het cijfermateriaal ook niet aandacht moeten besteden aan de verklarende context? Zo kan men zich afvragen of het Iraakse terrorisme uitsluitend op conto van de islam moet worden geschreven dan wel of de militaire inval van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in Irak en de nasleep van dit militair geweld, het terrorisme in Irak enorm in de hand heeft gewerkt en aangewakkerd.

 

De situatie in Irak die momenteel het leeuwendeel oplevert van terroristische aanslagen wereldwijd, doet de vraag rijzen welk effect het beleid en het handelen van ’christelijke’ westelijke landen hebben in de wereld van de islam. Dit perspectief mis ik bij de cijfers die Croes en Leeuw opvoerden en die nog eens simplificerend uitvergroot werden in Letter & Geest.

 

Theo van Boven

Mr. Th. C.  van Boven is hoogleraar internationaal recht aan de Universiteit Maastricht.

 

Bovenstaand artikel is eerder gepubliceerd in Trouw van 10jun06. Met toestemming van de auteur en van Trouw bieden wij het onze lezers aan.

 


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Mensenrechten" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol